- Home
- MKBA voor Gevorderden
- FAQ voor Gevorderden
FAQ over de MKBA, voor Gevorderden
Hieronder vindt u antwoorden op veelgestelde vragen (Frequently Asked Questions). De meeste antwoorden zijn gebaseerd op uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek of MKBA-richtlijnen. Niet alle vragen kunnen echter worden beantwoord aan de hand van deze twee bronnen. In dat geval zijn de antwoorden gebaseerd op ervaringen van de auteur. Wanneer dit het geval is, wordt dit expliciet vermeld.
Mist u een veelgestelde vraag of bent u het niet eens met een antwoord, vul dan het volgende contactformulier in.
Veelgestelde vragen over de MKBA
1. Hoe gaat men in MKBA’s om met onzekerheden omtrent effectberekeningen?
2. Met wat voor toekomstscenario’s worden MKBA's vaak doorgerekend?
3. Waarom wordt er bovenop de risicovrije discontovoet gewerkt met een risico-opslag?
4. Hoe schat men in een MKBA de effecten van een project op natuur en biodiversiteit in?
5. Moet ik in een MKBA effecten op natuur en biodiversiteit in euro’s of in natuurpunten uitdrukken?
6. Wat is het nut van het maken van een onderscheid tussen directe effecten en indirecte effecten in een MKBA?
7. Waarom schat men in MKBA’s effecten vaak in aan de hand van vuistregels en kengetallen. Wat zijn hier de voordelen en de nadelen van?
8. Waarom moeten kosten en baten in een Maatschappelijke kosten- en batenanalyse worden gedisconteerd?
9. De Handreiking MIRT-verkenningen benadrukt herhaaldelijk dat projectleiders moeten zoeken naar synergie-effecten tussen verschillende projectonderdelen, maar in de MKBA vind ik deze synergie-effecten nauwelijks terug. Hoe komt dit?
10. Hoe worden betrouwbaarheidseffecten meegenomen in de MKBA?
11. Waarom is het zo belangrijk dat de presentatie van het MKBA-rapport goed is?
12. Hoe bepaal ik wat het projectalternatief is in de MKBA?
13. Waarom kan het belangrijk zijn om verdelingseffecten in kaart te brengen?
14. Hoe verhoudt de MKBA zich tot de grondexploitatie?
15. Hoe verhoudt de MKBA zich tot de milieueffectenrapportage (MER)?
16. Stelt de MKBA verplicht om projecteffecten te salderen?
17. Hoe verhoudt de MKBA zich tot business case?
18. Waarom moeten kostprijsverhogende belastingen worden meegenomen in de MKBA?
1. Hoe gaat men in MKBA’s om met onzekerheden omtrent effectberekeningen?
De Leidraad OEI (2000) doet verschillende voorstellen voor de manier waarop in een MKBA kan worden omgegaan met onzekerheden. Op bladzijde 28 stelt men bijvoorbeeld voor om de onzekerheden rondom toekomstonzekerheid (een MKBA schat toekomstige effecten van een project in en de toekomst is inherent onzeker) in beeld te brengen door de projecteffecten voor verschillende scenario’s van de toekomst in te schatten.
Daarnaast stelt de Leidraad OEI voor om te werken met gevoeligheidsanalyses. In een gevoeligheidsanalyse bekijkt men wat het effect van een verandering van één veronderstelling (of een groep veronderstellingen) is op de uitkomst van de Maatschappelijke kosten- en batenanalyse. Een gevoeligheidsanalyse die vaak wordt toegepast is het bekijken wat de invloed van een verandering van de discontovoet of de tijdshorizon is op de uitkomst van de MKBA.
Terug naar het overzicht met vragen.
2. Met wat voor toekomstscenario’s worden MKBA's vaak doorgerekend?
De Welvaart en Leefomgeving scenario’s (WLO scenario’s) zijn over het algemeen de scenario’s die worden gebruikt als de verschillende toekomstscenario’s waarmee men projecteffecten in de MKBA inschat.
Terug naar het overzicht met vragen.
3. Waarom wordt er bovenop de risicovrije discontovoet gewerkt met een risico-opslag?
Blz. 29 van de Leidraad OEI (2000) en het rapport ‘Risicowaardering bij publieke investeringsprojecten (2003)’ werken uitgebreid uit waarom de risicovrije discontovoet wordt opgehoogd met een risico-opslag.
Beide documenten definiëren risico als de onzekerheid over de uitkomsten van een project. Het gaat hier om de spreiding van de uitkomsten van een MKBA-studie rond de verwachte gemiddelde waarde. De daadwerkelijke maatschappelijke effecten van een project kunnen mee of tegenvallen ten opzichte van het voorspelde welvaartseffect in de MKBA.
In de MKBA heeft risico een prijs, omdat mensen een voorkeur hebben voor een zekere opbrengst (zonder risico) boven een onzekere opbrengst (met risico). Dit wordt duidelijk met het volgende voorbeeld: individuen hebben liever een zeker inkomen van 30.000 euro per jaar dan een 50%-50% kans op een inkomen van 0 euro en een inkomen van 60.000 euro. Ondanks dat de verwachte waarde van het inkomen gelijk is (namelijk 30.000 euro) geven mensen toch de voorkeur aan het zekere inkomen (Risicowaardering bij publieke investeringsprojecten, 2003).
Om de ‘risicopremie’ te bepalen moet worden bekeken hoeveel men bereid is om in te leveren voor een zekere opbrengst ten opzichte van een onzekere opbrengst. In het voorbeeld hierboven kan bijvoorbeeld de uitkomst zijn dat men net zo graag een zeker inkomen heeft van 27.000 euro als een 50%-50% kans op een inkomen van 0 euro en een inkomen van 60.000 euro. In dit geval is de risicopremie 3000 euro (10%). Men is bereid om 3000 euro te betalen om de onzekerheid af te kopen.
In een MKBA gaat het eigenlijk net zo. Ook belastingbetalers zullen het minst riskante project prefereren wanneer twee projecten naar verwachting maatschappelijk gezien hetzelfde zullen opleveren. Uit empirisch onderzoek (Risicowaardering bij publieke investeringsprojecten 2003, blz. 26) volgt dat de gemiddelde risico-premie voor macro-economisch risico (risico van het project dat samenhangt met macro-economische ontwikkelingen) 3% is. Het rapport schrijft voor om per project – en zelfs voor elk effect afzonderlijk – de risicopremie te bepalen. De werkinstructie ‘van GREX naar MKBA’ stelt dat in de praktijk het bepalen van een projectspecifieke opslag voor macro-economische risico’s tot op heden meestal niet haalbaar is gebleken. In vrijwel alle gevallen kiest men voor de standaardwaarde van 3%.
Als een verzekering voor tegenvallende macro-economische ontwikkelingen wordt de risicovrije discontovoet dus over het algemeen opgehoogd met een percentage van 3%. Er gelden twee uitzonderingen op deze regel:
- Wanneer men het idee heeft dat het risicopercentage voor een specifiek project hoger of lager dan 3% is, is het toegestaan om zelf het risicopercentage te berekenen;
- Negatieve externe effecten die een onomkeerbaar karakter hebben moeten worden gedisconteerd met een risico-opslag van 1,5% in de plaats van 3%. Voorbeelden van dergelijke effecten zijn: onherstelbare ingrepen in het landschap, het verloren gaan van monumenten, negatieve effecten op biodiversiteit, uitstoot van CO2 en fijn stof. Lees hier meer over in Aalbers (2009).
Terug naar het overzicht met vragen.
4. Hoe schat men in een MKBA de effecten van een project op natuur en biodiversiteit in?
In de MKBA bepaalt men de waarde van natuur en biodiversiteit door te onderzoeken welke waarde personen ontlenen aan de effecten van een project op natuur en biodiversiteit. Individuen kunnen op verschillende manieren waarde ontlenen aan de natuur. Bijvoorbeeld door eigen gebruik (gebruikswaarde) of de waarde die mensen ontlenen aan natuur zonder dat zij er gebruik van maken. (niet-gebruikswaarde).
Naast een gebruikswaarde en een niet-gebruikswaarde heeft natuur ook een intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde heeft geen betrekking op menselijke welvaart of inkomen, maar gaat over het welzijn van planten en dieren. Deze waarde valt dus buiten het domein van de economie en van de MKBA. De natuurpuntenindex probeert de intrinsieke waarde van planten en dieren wel mee te nemen.
De aanvulling op de Leidraad OEI ‘natuur’ werkt verschillende stappen uit voor het inschatten van natuureffecten. Samenvattend moet men eerst vaststellen op welke manieren de maatregel ingrijpt op de welvaart van mensen (kan bijvoorbeeld ingrijpen op gezondheid van mensen, aantasting van gebouwen, schade aan oogsten, prijzen van woningen, recreatief genot). Vervolgens moet men – in kwantitatieve zin – inschatten in hoeverre de maatregel ingrijpt op de welvaart van mensen (in hoeverre daalt de productie van hout, hoeveel mensen hebben een groter recreatief genot?). Vervolgens moeten deze verschillende effecten op de welvaart van mensen in geld worden uitgedrukt. De aanvulling op de Leidraad OEI ‘natuur’ werkt de verschillende stappen zeer gedetailleerd uit. Het volgen van de stappen kan de kans verkleinen dat effecten van een project op de natuur dubbel worden geteld.
Uit zowel de aanvulling op de Leidraad OEI ‘Natuur’ als Mouter et al. (2013), volgt dat de kwantificering van (aan natuur gerelateerde) welvaartseffecten vaak als een groter knelpunt wordt ervaren dan het uitdrukken van effecten in geld.
Terug naar het overzicht met vragen.
5. Moet ik in een MKBA effecten op natuur en biodiversiteit in euro’s of in natuurpunten uitdrukken?
Deze vraag kan niet eenduidig beantwoord worden, aangezien wetenschappers het hierover niet eens zijn met elkaar. Koopmans (2010) geeft bijvoorbeeld aan dat we moeten blijven investeren in het beter monetariseren van natuureffecten. Wanneer we bijvoorbeeld overstappen naar een puntensysteem voor natuur naast het MKBA-saldo dan zal de MKBA volgens Koopmans geen definitief uitsluitsel meer geven over de maatschappelijke wenselijkheid van een project. Daarmee gaat volgens hem het belangrijkste voordeel van een MKBA verloren. Ook valt volgens hem te vrezen dat harde concrete euro's in politieke afwegingen zwaarder zullen wegen dan zachte en abstracte natuurpunten. Wanneer effecten toch niet in geld kunnen worden uitgedrukt, moeten zij volgens Koopmans (2004) in hun eigen eenheid worden weergegeven in de MKBA (samenvatting).
Daarentegen stelt Stolwijk (2004) dat het meten van (monetaire) waarderingen voor natuureffecten met contingent valuation (een zeer geavanceerde enquêtetechniek om betalingsbereidheid te meten) zeer problematisch is. Stolwijk (2004) haalt onder meer Kahneman aan: “het idee dat fundamentele problemen met het afleiden van natuurwaardering door middel van enquêtes, kunnen worden verholpen met nog geavanceerdere technieken is een fantasie”. Ook bespreekt Stolwijk fundamentele problemen die door andere Nobelprijswinnaars (Sen en Diamond) worden opgeworpen.
Naast Stolwijk stellen Sijtsma et al. (2009) dat gemonetariseerde natuureffecten vaak weinig informatief zijn. Er zijn zowel problemen bij het vaststellen van het aantal mensen dat gebruik maakt van de natuur, als de waarde van deze natuur voor één persoon. “De combinatie van een slecht onderbouwd kengetal en een lastig te bepalen impactpopulatie geeft al met al een weinig informatief eindresultaat.” Sijtsma et al. (2009) stellen de natuurpuntenindex voor als alternatief voor het uitdrukken van natuureffecten in geld.
Kortom: de vraag of men in een MKBA effecten op natuur en biodiversiteit in natuurpunten of in geld moet uitdrukken wordt niet door iedereen hetzelfde beantwoord.
Terug naar het overzicht met vragen.
6. Wat is het nut van het maken van een onderscheid tussen directe effecten en indirecte effecten in een MKBA?
De belangrijkste reden van het maken van dit onderscheid is het voorkomen van dubbeltellingen. Nadat de directe effecten (effecten op de markt waar het project op ingrijpt) en indirecte effecten (effecten op andere markten dan de markt waar het project op ingrijpt) zijn vastgesteld, kan goed worden bekeken in hoeverre indirecte effecten additioneel of niet-additioneel zijn. De niet-additionele indirecte effecten mogen niet worden meegeteld bij het inschatten van het welvaartseffect van het project.
Terug naar het overzicht met vragen.
7. Waarom schat men in MKBA’s effecten vaak in aan de hand van vuistregels en kengetallen. Wat zijn hier de voordelen en de nadelen van?
Uit onder meer Beattie (1995) en Jasonoff (1987) volgt dat ex-ante evaluatie studies als de milieueffectenrapportage en de Maatschappelijke kosten- en batenanalyse wel gebaseerd zijn op inzichten die volgen uit wetenschappelijk onderzoek, maar dat men de studies zelf niet als wetenschappelijke studies moet beschouwen. Men moet de studies vaak onder strikte deadlines uitvoeren. Gebrek aan data en vereenvoudigde aannames zijn de norm onder deze omstandigheden. Richtlijnen als de Leidraad OEI verschaffen vuistregels en kengetallen voor effecten die moeilijk tegen een redelijke onderzoekslast ‘from scratch’ kunnen worden ingeschat om te zorgen voor enige houvast en consistentie tussen studies.
Een voorbeeld van een vuistregel is de regel dat bij infrastructuurprojecten de additionele indirecte effecten tussen de 0-30% zijn van de directe effecten (Elhorst et al., 2004). Aan het ontwikkelen van deze vuistregel is een congres (CPB, 2003) en een voorstudie (Tavasszy en Renes, 2003) voorafgegaan.
Vuistregels, kengetallen en shortcuts zijn nodig om tegen een redelijke onderzoekslast (geld en tijd) een MKBA uit te voeren. Voorkomen moet echter worden dat men deze vuistregels en kengetallen ziet als de absolute waarheid. Het is verstandig om vooraf te bekijken of de vuistregels en kengetallen wel toegepast kunnen worden op de specifieke context van het project. Wanneer dit niet zo blijkt te zijn is het vaak beter om het effect toch met een onderzoek in te schatten. Lees voor meer informatie over het toepassen van kengetallen de bijsluiter kengetallen.
Een actueel totaaloverzicht van kengetallen voor MIRT-projecten is te vinden op de website van het Steunpunt Economische Evaluatie:
Beattie, R.B. 1995. Everything you already know about EIA (but don’t often admit) Massachusetts Institue of Technology.
Jasanoff, S.S., 1987. Contested boundaries in policy-relevant science. Social Studies of Science, 17(2), 195–230.
Terug naar het overzicht met vragen.
8. Waarom moeten kosten en baten in een Maatschappelijke kosten- en batenanalyse worden gedisconteerd?
We onderscheiden een praktische en een theoretische verklaring voor het disconteren van kosten en baten in de Maatschappelijke kosten- en batenanalyse.
Praktische verklaring: de Leidraad OEI stelt dat de rente op tienjarige staatsobligaties leidend is voor het vaststellen van het niveau van de discontovoet. Deze rente geeft als het ware een minimaal rendement op investeringen van de overheid weer. Wanneer het projectrendement hoger is dan de rente waartegen de overheid kan lenen, levert het project een positieve bijdrage aan de Nederlandse welvaart. Een risicovrije discontovoet van 0% geeft dus weer dat het rendement van een project voor de Nederlandse belastingbetaler minimaal 0% per jaar moet zijn. De werkgroep discontovoet stelt dat als een verzekering voor tegenvallende macro-economische ontwikkelingen de 0% risicovrije discontovoet moet worden opgehoogd met een risico-opslag van 3%.
Zie Frequently Asked Question nummer 3 voor meer informatie over de risico-opslag.
Theoretische verklaring: Het disconteren van maatschappelijke kosten en baten in een MKBA heeft een psychologische achtergrond. Dit is gemakkelijk te begrijpen aan de hand van het antwoord dat u waarschijnlijk geeft op de volgende vraag: heeft u liever dat u door middel van verbeterde infrastructuur volgend jaar sneller naar u werk kunt reizen, of heeft u liever dat dit pas over 20 jaar het geval is?
De meeste mensen zullen antwoorden dat ze liever volgend jaar al willen profiteren van de nieuwe infrastructuur. Een moeilijk woord hiervoor is tijdspreferentie. Maar wat verklaart deze tijdspreferentie? De eerste reden is dat mensen enigszins ongeduldig zijn. Omdat het leven eindig is, genieten wij liever nu dan over 20 jaar. De tweede reden waarom mensen baten liever nu dan over 20 jaar hebben is dat zij – zelfs in tijden van economische crisis – verwachten dat zij rijker zullen worden. Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog verwachtte men groei. Door het hanteren van een discontovoet is een baat nu meer waard dan dezelfde baat over 20 jaar.
In tegenstelling tot baten heeft men kosten liever later dan nu. De discontovoet zorgt ervoor dat een kostenpost nu zwaarder telt dat over 20 jaar.
Terug naar het overzicht met vragen.
9. De Handreiking MIRT-verkenningen benadrukt herhaaldelijk dat projectleiders moeten zoeken naar synergie-effecten tussen verschillende projectonderdelen, maar in de MKBA vind ik deze synergie-effecten nauwelijks terug. Hoe komt dit?
Synergie-effecten inschatten is niet makkelijk en het heeft vaak geen toegevoegde waarde voor het MKBA-saldo. De MKBA ‘Maatschappelijke kosten en baten van verstedelijkingsvarianten en openbaar vervoerprojecten voor Almere' (2009) is een voorbeeld van een MKBA waarin wel is geprobeerd de synergie-effecten tussen verschillende projectonderdelen vast te stellen. Mouter en Annema (2010) bediscussiëren de manier waarop synergie-effecten zijn weergegeven in deze MKBA.
Terug naar het overzicht met vragen.
10. Hoe worden betrouwbaarheidseffecten meegenomen in de MKBA?
Het Kader KBA bij MIRT-verkenningen geeft aan dat reistijdbetrouwbaarheid voor wegprojecten momenteel moet worden ingeschat door een bedrag van 25 procent van de waarde van de congestiegerelateerde reistijdwinsten (of –verliezen) aan te nemen. Momenteel wordt er een studie gedaan door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid met het doel om een betere waardering van deze effecten op te stellen. Bij OV-project is er momenteel geen kengetal om betrouwbaarheidseffecten uit te rekenen. De MKBA ‘Uithoflijn’ is een voorbeeld van een MKBA waarin betrouwbaarheidseffecten zijn gekwantificeerd en in geld uitgedrukt.
Terug naar het overzicht met vragen.
11. Waarom is het zo belangrijk dat de presentatie van het MKBA-rapport goed is?
Uit meerdere evaluaties van de Nederlandse MKBA-praktijk (Aanvulling op de Leidraad OEI ‘Presentatie, 2004’,; Beukers et al., 2012; De Jong en Geerlings, 2003; Mouter et al., 2012) blijkt dat het voor niet-ingewijden vaak lastig is om te begrijpen hoe effecten in een Maatschappelijke kosten- en batenanalyse worden ingeschat. Voor hen is de MKBA een ‘black box’. De Aanvulling op de Leidraad OEI ‘Presentatie, 2004’ geeft aan dat besluitvormers geneigd kunnen zijn om op zoek te gaan naar andere maatstaven die men wel begrijpt, wanneer de uitkomsten van de MKBA voor hen een ‘black box’ is. Hierdoor profiteert men niet van de voordelen die het gebruik van de MKBA zou kunnen bieden.
Terug naar het overzicht met vragen.
12. Hoe bepaal ik wat het projectalternatief is in de MKBA?
De Leidraad OEI geeft aan dat een project de kleinst mogelijke verzameling van onderling samenhangende investeringen is die naar verwachting technisch uitvoerbaar en economisch haalbaar is.’ Binnen een programma moet men bekijken over welke onderdelen van het programma men in principe een zelfstandige beslissing kan nemen. Het projectalternatief moet niet te groot zijn. Wanneer echter de doelstellingen van het project niet worden bereikt zonder bepaalde additionele investeringen te doen, dan moeten deze additionele investeringen deel uitmaken van het te beoordelen project.
Terug naar het overzicht met vragen.
13. Waarom kan het belangrijk zijn om verdelingseffecten in kaart te brengen?
De twee belangrijkste argumenten voor het behandelen van verdelingseffecten in een MKBA zijn:
- Wanneer verschillende overheidspartijen voornemens zijn om te investeren in een project kan inzicht in de verdelingseffecten de bekostigingsdiscussie structureren. Bijvoorbeeld: Nederland, provincie A en gemeente D willen alle drie bijdragen aan de financiering van een project. Wanneer de MKBA de welvaartseffecten voor de drie partijen inzichtelijk maakt en het blijkt dat het project vooral gemeente D veel baten oplevert en nauwelijks iets oplevert voor provincie A, kan hier rekening mee worden gehouden in de bekostigingsdiscussie.
- Wanneer een project als doel heeft om een bepaalde (inkomens)groep te bevoordelen of er in ieder geval voor probeert te zorgen dat een bepaalde groep niet wordt benadeeld, is het inzicht in de verdelingseffecten voor deze groep nuttig. Wanneer de MKBA welvaartseffecten apart inschat voor groepen die mogelijk onder het project te leiden hebben, kan dit het draagvlak voor het gebruik van de MKBA in het besluitvormingsproces vergroten.
De aanvulling op de Leidraad OEI ‘Verdelingseffecten’ (2004) legt uit waarom het belangrijk is om ter voorbereiding op de MKBA goed na te denken over de verdelingseffecten die in kaart moeten worden gebracht.
Terug naar het overzicht met vragen.
14. Hoe verhoudt de MKBA zich tot de grondexploitatie?
De grondexploitatie (GREX) is met name een belangrijke bouwsteen voor MKBA’s bij gebiedsontwikkelingsprojecten. De GREX moet wel op een aantal manieren worden bewerkt wil deze kunnen worden toegepast in de MKBA. Zo ontbreken in de GREX bijvoorbeeld de kosten en de opbrengsten na het gereedkomen van het project (terwijl de MKBA de gehele levensduur van het project omvat) en ontbreken de effecten van het project buiten het plangebied (terwijl een MKBA in de regel kijkt naar de kosten en baten op nationaal niveau). Daarbij neemt de GREX overheidssubsidies mee, terwijl deze in de MKBA niet mogen worden meegenomen.
De werkinstructie ‘van GREX naar MKBA’ schetst de bewerkingen die de grondexploitatie (GREX) moet ondergaan om deze geschikt te maken voor opname in de Maatschappelijke kosten- en batenanalyse. De ‘werkinstructie’ werkt voor opstellers van grondexploitaties uit welke gegevens zij moeten aanleveren voor de Maatschappelijke kosten- en batenanalyse en welke bewerkingen deze gegevens zullen ondergaan. Ook werkt de ‘werkinstructie’ voor opstellers uit hoe de grondexploitatie moet worden bewerkt.
Terug naar het overzicht met vragen.
15. Hoe verhoudt de MKBA zich tot de milieueffectenrapportage (MER)?
Het opstellen van een milieueffectenrapportage is onderdeel van de MER-procedure. Het MER-rapport vermeldt de milieugevolgen van een plan of project en de mogelijke milieuvriendelijke alternatieven. In een MER wordt in principe gezocht naar fysieke veranderingen, terwijl het bij een MKBA alleen om veranderingen in menselijke welvaart gaat. Het MER-rapport laat zien wat goed en slecht is voor omgevingskwaliteiten, zoals natuur (plant en dier), cultuurhistorie (archeologie, historische geografie/landschap en historische bouwkunde), lucht, bodem en water. In de praktijk neemt men in de MER al vaker welvaartseffecten mee.
Een ander verschil tussen de MER en de MKBA is de manier waarop om wordt gegaan met het aspect tijd. De MER maakt alleen een onderscheid tussen tijdelijke en permanente effecten op de omgeving. De MKBA schat effecten per jaar in, waarna effecten worden gedisconteerd naar het basisjaar. In een MKBA tellen effecten die zich vroeg in de tijd verwezenlijken zwaarder mee dan effecten die later in de tijd vallen.
Daarbij onderzoekt de MER effecten van het project in een beperkt (project)gebied, terwijl de MKBA bij MIRT-projecten effecten voor Nederland inschat.
De effectschattingen in de MER worden vaak gebruikt als bouwsteen voor het inschatten van effecten op natuur en biodiversiteit in de MKBA. Sijtsma et al., (2009) geeft aan dat effectschattingen uit de MER soms moeilijk te gebruiken zijn, doordat het projectalternatief dat in de MER is behandeld afwijkt van het projectalternatief dat in de MKBA is behandeld.
In de Werkwijzer MKBA van integrale gebiedsontwikkeling (blz. 73) en de Handreiking MIRT-verkenningen is meer informatie te vinden over de samenhang tussen MER en de MKBA.
Terug naar het overzicht met vragen.
16. Stelt de MKBA verplicht om projecteffecten te salderen?
Leidraden geven geen eenduidig antwoord op deze vraag. Zo stelt de Leidraad OEI dat het niet mogelijk en niet wenselijk is om een groot project in één rendementscijfer te vangen, omdat het voor sommige effecten niet mogelijk is om zinvolle ‘prijzen’ te bepalen en er vaak zeer grote onzekerheden zijn omtrent de ontwikkeling van de omgeving. Aan de andere kant geeft de Aanvulling op de Leidraad OEI ‘Presentatie’ aan dat de samenvattende tabel altijd het saldo van kosten en baten bevat voor verschillende toekomstscenario’s. De Handreiking MIRT-Verkenningen geeft aan dat het communiceren van bandbreedtes en kwalitatieve informatie even belangrijk is als het communiceren van het eindsaldo. Het Kader KBA bij MIRT-Verkenningen spreekt daarentegen niet over bandbreedtes en geeft een aantal keer aan dat er sprake is van een maatschappelijk economisch rendabel project, wanneer het MKBA-saldo positief is. De expertfiche presentatie (2012) waarschuwt dat het presenteren van puntschattingen ervoor zorgt dat het MKBA-saldo zijn eigen leven gaat leiden in beleidsnota’s, kamerbrieven etc. omdat beleidsmakers en politici vooral kijken naar het saldo.
Terug naar het overzicht met vragen.
17. Hoe verhoudt de MKBA zich tot business case?
Het belangrijkste verschil tussen een business case en een Maatschappelijke kosten- en batenanalyse is dat een MKBA ook niet-geprijsde effecten op de welvaart van mensen (zoals reistijdwinst, geluidsoverlast en luchtvervuiling) meeneemt. De business case vormt een belangrijke input voor de MKBA bij het inschatten van exploitatieopbrengsten en -kosten van het project (bedrijfseconomische rentabiliteitsanalyse). Soms moeten de gegevens van de business case worden bewerkt, voordat zij worden toegepast in de MKBA. Belangrijke verschillen tussen business cases en de MKBA zijn bijvoorbeeld:
- Business cases rekenen met nominale prijzen (inclusief inflatie) en de MKBA in reële prijzen;
- De discontovoet die in de business case wordt gehanteerd is soms hoger dan de discontovoet van de MKBA;
- De business case rekent vaak met een kortere tijdshorizon dan de MKBA.
De informatie uit de business case en de MKBA worden vaak in combinatie gebruikt om te bepalen of een overheidsbijdrage in de rede ligt (Wortelboer et al., 2008). Ruwweg laat de business case zien of het project wel of niet door ‘de markt’ tot stand kan komen. Wanneer de business case een tekort voor marktpartijen laat zien, maar uit de MKBA volgt dat de maatschappelijke effecten positief zijn kan de overheid overwegen om op basis van deze informatie het tekort te dekken.
Terug naar het overzicht met vragen.
18. Waarom moeten kostprijsverhogende belastingen worden meegenomen in de MKBA?
De CPB notitie ‘de BTW in kosten-batenanalyses (2011)’ geeft aan dat het in het verleden voorkwam dat in MKBA’s het ene effect inclusief BTW en het andere effect exclusief BTW werd meegenomen, terwijl alle kosten- en batenposten van een MKBA gewaardeerd dienen te worden in dezelfde prijseenheid. Er moet dus een keuze worden gemaakt om ofwel alle effecten mee te nemen inclusief BTW dan wel exclusief BTW. De notitie beargumenteert waarom het beter is om te kiezen voor prijzen inclusief BTW. De praktische werkinstructie ten behoeve van het werken met consistente prijzen bij MKBA's (2011) werkt uit dat – indien voor kostenposten verschillende BTW- en overige kostprijsverhogende belastingtarieven gelden of relevante belastingtarieven onbekend zijn – men prijzen exclusief BTW mag omrekenen naar prijzen inclusief BTW door gebruik te maken van een gewogen BTW- en overige kostprijsverhogende belastingen percentage van 16,5%. Dit geldt bijvoorbeeld voor grondexploitaties die vaak zijn opgesteld in prijzen exclusief BTW.
Handig voor beginners
Ervaringen MKBA cursus
-
“De basiscursus MKBA gaf - mede vanwege het feit dat ik reeds stevig in de MKBA werkzaam ben - niet alleen maar nieuws, maar op sommige vlakken was de aanscherping erg nuttig. Ook was het fijn een aantal eigen hersenspinsels bevestigd te zien worden. Dat betekent dan weer wel een hoop werk aan de winkel!”
Paul Siderius (Prorail)
-
“De basiscursus MKBA geeft informatie, praktijkvoorbeelden én inzichten waaruit blijkt dat de MKBA een waardevolle bijdrage kan leveren in het besluitvormingstraject. Veel hangt hierbij af van het zorgvuldig doorlopen van het ‘MKBA –stappenplan’. De praktische tips, tools en rekenoefeningen uit de cursus heb ik dan ook als zeer nuttig ervaren. ”
Stan Rademakers (Kragten)
-
“In een goede sfeer met veel interactie worden alle aspecten rond een mkba behandeld. De cursus is niet alleen gericht op rekenen en biedt een ‘bril’ om kosten en baten te betrekken bij keuzes rondom beleid en projecten. Erg compleet, gedegen en plezierig! Wij hebben de cursus gevolgd met een ‘delegatie’ vanuit control, beleid en kennismanagement.”
Ira Spannenburg (Gemeente Delft)
-
“Door de cursus kan ik de MKBA beter plaatsen. De sprekers belichten de MKBA vanuit verschillende invalshoeken, afgewisseld en onderbouwd met voorbeelden en oefeningen uit de praktijk. Dat geeft mij handvatten om het toe te passen in (studenten)projecten”
Peter Schinkel (Docent InHolland)
-
“Ik heb met veel plezier de gevorderdencursus MKBA gevolgd. De docenten bespraken op enthousiaste wijze de theorie en de problemen waar je tegenaan loopt bij de vertaling naar de praktijk. Ik voelde me uitgedaagd en de praktijkoefeningen vond ik zeer leerzaam. Het was een aangename verrassing dat de cursisten uit uitlopende disciplines kwamen. ”
Rik Froma (Haarlemmermeer)
-
“Wil je MKBA's beter begrijpen, beter weten hoe erop te anticiperen, als opdrachtgever een meer serieuze gesprekspartner zijn of zelf MKBA's uitvoeren? Dan is deze training een echte aanrader!”
Marieke Wiebing (Stichting Lezen & Schrijven)
-
“Een goede cursus met een bevlogen cursusleider die zeer boeiend weet te doceren. Praktische oefeningen die het geleerde direct in de praktijk brengen aan de hand van zeer herkenbare projecten. Cursus gaat goed de breedte in van het hele MKBA spectrum met als toetje de 'MKBA-light' die erg handig is voor kleine projecten.”
Wilbert van Veggel (Antea Group)
-
“De cursus MKBA voor gevorderden is een verdieping voor deelnemers met reeds solide kennis van de MKBA. De cursus biedt handvaten om stakeholders mee te nemen in het proces van de MKBA. De interactie tussen theorie en praktijk en het ‘zelf aan de slag’-gehalte maken de cursus een goede basis voor adviseurs en beleidsmakers die nog een stapje verder willen. ”
Anne Nobel (Witteveen & Bos)
-
“Tijdens de gevorderdencursus heb ik de MKBA systematiek middels de aangeboden praktijkcasussen en rekenoefeningen meer eigen weten te maken. De weging van effecten, zoals gebruikt binnen de MKBA systematiek, biedt mij op professioneel vlak waardevolle handvatten ter begeleiding van klanten bij het nemen van investeringsbesluiten”
Merian Lelieveld (Hezelburcht Subsidieadviesbureau)
-
“Een inspirerende basiscursus gegeven door deskundigen uit praktijk en wetenschap. Dit smaakt naar meer.”
Roger Spitz (Gemeente Venlo)
-
“Van te voren was ik sceptisch over het in geld uitdrukken van maatschappelijke effecten. Maar door de cursus weet ik dat een MKBA veel meer is dan het berekenen van een prijskaartje. Door zelf in groepjes aan de slag te gaan met procesonderdelen en het berekenen van een MKBA, ervaar je wat nodig is voor een gedegen MKBA.”
Arwen Hoogenbosch (K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd)
-
“De MKBA-training was ontzettend leerzaam en de stof direct toepasbaar in mijn praktijk. Ik schrijf me direct in voor een vervolgcursus zodra die er is!”
Pascal Sijstermans (Sumcity Advisory)
-
“De basiscursus MKBA is erg interessant, en duidelijk is dat het hier niet om een standaard trucje gaat, maar om een échte vaardigheid! De discussie die het opstellen van een MKBA teweeg brengt maakt het tot een mooi instrument, waarvan je in deze cursus prima de basisbeginselen onder de knie krijgt!”
Bart Schalkwijk (KWR Research Institute)
-
“Cursus is een goede inleiding voor geïnteresseerden in maatschappelijke kosten baten analyses voor alle domeinen. Helpt om deze beter te kunnen interpreteren en te gebruiken. Leuke praktijkvoorbeelden, oefeningen en vooral goede sprekers!”
Martje van Ankeren (Hogeschool van Amsterdam)
-
“Door de cursus is het containerbegrip 'MKBA' nu een stuk beter behapbaar geworden. Door de uitleg en de oefeningen kan ik nu MKBA's beter duiden en misschien voorzichtig er zelf één gaan opstellen. Verschillende experts komen aan het woord die elk hun eigen expertise inbrengen en dit alles heel laagdrempelig kunnen vertalen in toepasbare tips.”
Geeske van Asperen (NISB)
-
“Wat een leerzame cursus! We werden niet alleen snel door de theorie van ‘de’ MKBA geloodst, maar kregen ook een realistische doorkijk in de praktijk van het ambacht. Bovendien werden het nut én de beperkingen van een MKBA helder, en was er aandacht voor de communicatie hierover. En we konden oefenen, en daarbij alle denkbare fouten maken. ”
Mayan van Teerns (Gemeente Groningen)
-
“Wat me erg beviel aan de basiscursus is dat de complexe materie heel begrijpelijk en stapsgewijs werd uitgelegd, met een prettige mix tussen denken en doen/oefenen. Ik voelde me na de cursus en met de schat aan bruikbare informatie op de website voldoende uitgerust om zelf met mijn eerste MKBA’s in mijn werkpraktijk aan de slag te gaan.”
Clim van Daelen (Nierpatienten Vereniging Nederland)
-
“Tijdens de MKBA cursus heb ik goede handvatten gekregen om de maatschappelijke kosten en baten op een volwaardige manier naast de financiële afwegingen in beeld te krijgen. Een verademing in de discussie en het (groeps-)denken tot gevolg!”
Karin Peeters (Territoria)
-
“Al vaak liep ik er in mijn projecten tegen aan dat niet alle meerwaarde van het project in een (financiële) kosten-baten-analyse terugkwam. In de basiscursus MKBA leerde ik hoe ik deze meerwaarde ook een plek kan geven in de afweging tussen kosten en baten. Heel leerzaam en het smaakt naar meer, dus ik kom terug voor de vervolgcursus!”
Williette van Arendonk (Van Arendonk)
-
“De basiscursus MKBA heb ik met plezier gevolgd. Ik kwam om een betere kijk op dit instrument te krijgen. Dat is zeker gelukt. Er was een deskundig team van begeleiders die goed inspeelden op onze vragen en ons uitdaagden om actief mee te doen. Het heeft mij het inzicht geboden waar ik behoefte aan had.”
Henk Kuijpers (Gemeente Apeldoorn)
-
“De cursus was goed opgezet met veel deskundige inleiders. Wat me aansprak was de praktische opzet en de mogelijkheid om groepsgewijs aan de slag te gaan met deze weerbarstige materie.”
Jack Bergman (Avans Hogeschool)
-
“De basiscursus MKBA geeft een prima inzicht in het instrument. De cursus wordt gegeven door bevlogen experts en geeft informatie van de MKBA filosofie tot en met de praktijk. Aansprekende oefeningen en een interactief karakter geven een goede kijk in de MKBA keuken en dat smaakt naar meer”
Jos van Veen (Gemeente Den Haag)
-
“De MKBA-cursus bood mij handvatten om zelfstandig een MKBA uit te voeren. Daarbij waren de sprekers heel inspirerend. Mijn vingers jeuken om te beginnen!”
Sandra van Straaten (Medewerker Eigen Haard)
-
“De Basiscursus MKBA en de Gevorderdencursus MKBA hebben me veel inzicht gegeven in de wereld van MKBA's. ik ben te spreken over de diversiteit van deelnemers en de docenten. Een topcursus waarin ook kleinere groepsopdrachten werden behandeld die waardevol waren om bijvoorbeeld in te zoomen op MKBA's binnen het sociale domein”
Samira Louali (Hogeschool Zuyd)
-
“De gevorderdencursus MKBA heeft mij een zeer welkome kennisverbreding en verdieping opgeleverd op het gebied van MKBAs. Een goede combinatie van theorie en praktijk onder deskundige leiding. De objectieve benadering met aandacht voor voordelen en nadelen van de methodiek was zeer waardevol.”
Rob van Gerwen (DNV GL)
-
“Het was een eyeopener om te leren dat de wortels van de MKBA in de filosofie liggen en niet in accountancy. Dat de kunst ‘m veel meer zit in helder redeneren, dan in rekenen. Met goede sprekers en een leuke groep deelnemers, bood de cursus een goed evenwicht tussen theorie en oefenen. De Basiscursus MKBA inspireert en smaakt naar meer. ”
Elmy Everaert (Eigen Haard)
-
“Een prima cursus om de beginselen en de voor- en nadelen van MKBA te vernemen. Vooral de vele praktijkvoorbeelden en rekenoefeningen waren nuttig.”
Geert Draaijers (Commissie m.e.r.)
-
“De basiscursus biedt een mooie inkijk in de denkwijze en onderdelen van een MKBA. Je leert dat de MKBA meer inhoudt dan rekenen alleen (“60% nadenken, 20% rekenen en 20% presenteren”). Enthousiaste cursusleiders, betrokken medecursisten en veel mogelijkheden zelf te oefenen (vaardigheden en rollenspel)."”
Jenny Zonneveld (Onderzoek en Statistiek, gemeente Nijmegen)
-
“De cursus MKBA gaf mij een beter inzicht in wat een MKBA is en hoe deze (zelf) is toe te passen. De opzet van de cursus is erg prettig, persoonlijk en kleinschalig, waardoor er maximale aandacht is voor persoonlijke leerdoelen. Ook voor professionals in het sociale domein biedt de cursus prima inzichten en uitgangspunten”
Bert Peterse (Adviseur maatschappelijke ontwikkeling Peel en Maas)
-
“De MKBA basiscursus geeft een brede kijk in de keuken van het toepassen van een MKBA. Meerwaarde is ook dat de cursus door enthousiaste docenten uit de wetenschap en de praktijk wordt gegeven. Daarnaast is er veel ruimte voor vragen en discussie met elkaar, kortom zeer de moeite waard.”
Gabi van Duijnhoven (Provincie Zuid-Holland)
-
“De MKBA basiscursus heeft mijn denken gescherpt over de wijze waarop je maatschappelijke effecten in beeld kunt brengen en vooral kunt vergelijken welke maatregelen effectiever zijn. De cursus is divers opgezet met een combinatie van theorie en praktijk en wordt gegeven door ervaren cursusleiders. Absoluut aan te raden wat mij betreft!”
Hilde van Slooten (Gemeente Delft)
-
“Door enthousiaste bevlogen docenten met veel praktijkervaring wordt je meegenomen in de wereld van de MKBA’s. Een instrument dat toepasbaar is zowel in het fysieke als ook in het sociale domein. Met gedreven medecursisten en inspirerende werkvormen hebben we mogen proeven aan de verschillende mogelijkheden en toepassingen in de praktijk.”
Marleen Okma (JSO, kennis en adviesbureau sociaal domein)
-
“Een uitstekende en interessante cursus. Voor rekenkamers is de MKBA-methode ook ex post toepasbaar: wat waren de kosten en de baten van het beleid? En bij wie slaan die neer? Dankzij de cursus kan ik MKBA’s van anderen nu ook beter doorgronden.”
Sylvia van Leeuwen (Rekenkamer Utrecht)
-
“Prima cursus, zeer aan te bevelen! Strak georganiseerd en een goede afwisseling tussen theorie en concrete toepassingen. Vier verschillende docenten droegen ook bij tot het levendige karakter van de cursus. Daarnaast een interessante groep van mede-cursusten uit alle delen en sectoren van het land”
Joost Frencken (AVANS Hogeschool)
-
“'Ik vond Niek Mouter (de cursusleider) een hele prettige en inspirerende spreker/trainer. Mooi hoe hij je meeneemt in zijn gedachtegang en de lessen die hij zelf heeft geleerd over MKBA. De andere trainers hebben allemaal hun eigen kracht, en drive, en dat maakt de cursus een heel boeiend en afwisselend samenspel.'”
Sylvana Rikkert (Lysias Group)
-
“Na betrokken te zijn geweest bij een aantal MKBA’s had ik behoefte aan meer verdieping. De gevorderdentraining bood wat ik zocht. Het gebruik van de MKBA door politici en kritiek vanuit de wetenschap kwamen aan de orde. Er is veel ruimte voor vragen, discussie en actief oefenen. Ik heb nu duidelijk het gevoel meer boven de stof te staan dan voor de cursus.”
Michiel Nijboer (RHDHV)
-
“De basiscursus geeft op uitstekende wijze inzicht in de waarde van de MKBA. Een MKBA is het uitgelezen instrument om vooringenomen standpunten van bestuurders en ambtenaren te objectiveren en het helpt volksvertegenwoordigers, beter gemotiveerd hun keuzes te maken. Eigenlijk zou iedere volksvertegenwoordiger de cursus moeten doen”
Rene van der Linden (Raadslid Heemskerk)
-
“Door het volgen van de basiscursus MKBA heb ik een beter begrip gekregen van de methodiek en toepassingsmogelijkheden van een MKBA. Tijdens de cursus werden niet alleen de voordelen van een MKBA belicht, maar werd ook stilgestaan bij de beperkingen. In de cursus is een goede balans tussen theorie, praktijkvoorbeelden en oefeningen. ”
Frederike Zwenk (Ministerie van Veiligheid en Justitie)
-
“De opleiding legt een goede basis om gericht om te gaan met MKBA’s. Je leert dat het een prachtig instrument is om beslissingen te ondersteunen. De functie en het doel van de MKBA wordt duidelijk toegelicht en op een interactieve manier scherp gesteld. Enthousiaste lesgevers met kennis van zaken!”
Thomas Christiaens (Vlaamse Overheid)
-
“'Tijdens de basiscursus MKBA leer je de juiste vragen te stellen en zelf een MKBA berekening te maken. Ook zie je verschillende vormen van MKBA-light voorbij komen, erg leerzaam! Een zeer nuttige cursus, voor mensen zonder kennis van MKBA tot al een beetje ervaren MKBA’ers. Als je meer wilt weten over het instrument is deze cursus echt wat voor jou.'”
Ester van der Sterre (Corporatie Eigen Haard)
-
“Een top cursus! De wetenschap, de toepassing in de praktijk en het nut van MKBA’s werden in een notendop behandeld. Geen eenrichtingsverkeer. ‘Learning by doing’ stond tijdens de cursus helemaal centraal. De cursus heeft mij in z’n totaliteit goede kennis en vaardigheden geboden om de MKBA waaraan ik nu werk, beter uit te voeren!”
Narly Rambharos (Onderzoek en Statistiek gemeente Groningen)
-
“De Basiscursus MKBA heeft ruimschoots aan mijn verwachtingen voldaan door het hoge aantal trainers (5!) voor een kleine groep mensen. De flexibele indeling van de cursus bood ruimte voor discussie, waarbij ook het sociale domein ruim aan bod kwam. Door de afwisseling tussen uitleg, oefening en rust was prettig, waardoor de aandacht niet verslapte.”
Menko Busch (Sinzer)
Geen antwoord op uw vraag?
Staat uw vraag er niet tussen? Kijk dan ook eens bij de Veelgestelde Vragen voor Beginners. Mocht dit uw vraag niet beantwoorden, neem dan contact met ons op door ons contactformulier in te vullen. Wij helpen u graag verder.